dinsdag, augustus 22, 2006

Wet, wet, wet!

Onze trip naar de Vogezen zal ons nog lang bijblijven.

Dag 1: tegen de middag komen we aan in La Bresse, het is er koud maar droog. Wanneer we op de fiets kruipen voor onze eerste verkenningsrit is het nog steeds koud, maar ook goed aan het regenen. Wij toch met vier man, één had geen zin in al die nattigheid, op weg naar Cornimont. Daar nemen we de verkeerde afslag (D43C i.p.v. de D43) en beklimmen we de Bockloch, en niet de Col d'Oderen zoals we hadden gepland. Al bij al was deze vergissing geen slechte zaak. Na een kleine 40 km was iedereen doorweekt, verkleumd en blij dat het we er al waren. Morgen beter (dachten we), of in elk geval lange broek en handschoenen aan.

Dag 2: Het regent nog steeds. Vandaag staat "het dak van de Vogezen" op de planning. Er worden maar drie gekken bereid gevonden om in helse omstandigheden richting Grand Ballon te fietsen. Via de Col de Bramont klimmen we uit La Bresse. Na de afdaling volgen we de valei van de Thur tot in Willers Sur Thur, daar slaan we links af om onmiddellijk te beginnen aan de uitdaging van de dag. Al bij al liep de beklimming vlot, vooraan zelfs niet op het kleinste tandwiel moeten gaan. Na de Col de Amic begon het weer echt wel tegen te steken. Het was nog 7 graden, strakke wind en een dichte mist met misschien maar 30 meter zichtbaarheid. Ik was eerste boven en moest nog goed een halfuur wachten op mijn compagnons. Gelukkig is er boven een cafétaria om op te warmen met een soepje en koffie. De afdaling was een hel. Ik kan mij niet herinneren dat ik ooit zo heb gebeefd op mijn fiets. Ik kreeg alle verschijnselen tegelijkertijd: klappertanden, knikkende knieën,... . Op de Routes des Crêtes was het trouwens niet veel beter, even koud, evenveel mist en ook de wind leek niet af te nemen. De Hohneck hebben we wijselijk rechts laten liggen en na een dikke 80 km waren we net niet onderkoeld en héél blij met een warme douche.

Dag 3: Het blijft maar regenen, en nog harder dan de voorbije dagen ook. We besluiten te wachten op beter weer. Wanneer tegen de middag duidelijk wordt dat er geen beter weer op komst is besluit ik om toch een ritje te maken. Ik krijg nog één moedige fietsmakker mee. Met twee dan op weg naar de Col de Oderen en de Col de Bramont om ons mislukt verkenningsritje eens over te doen. De Col de Bramont wordt echt wel terecht één van de mooiste klimmen van de Vogezen genoemd, zalig die haarspeldbochtjes. 50 Kilometer later staan we weer aan onze Chalet. Weer verkleumd en weer doorweekt.

Dag 4: Het is eindelijk droog en relatief warm (18°C). Alleen jammer dat we vanmiddag terug naar huis vertrekken. Afspraak was om tegen 8 uur te vertrekken voor een laatste ritje van zo'n 60 kilometer. Wanneer om vijf over acht nog niemand zijn neus onder de lakens heeft uitgestoken besluit ik om alleen te vertrekken. Het wordt de mooiste rit van mijn verblijf, en dat heeft alles te maken met het weer. De Col des Feignes gaat zonder probleem. Via Gerardmer rij ik dan naar de Col de Sapois. Een venijnige klim, te stijl om op souplesse naar boven te rijden. Niet echt mijn ding. In de afdaling van deze helling moet er vanalles zijn misgelopen. Want de laatste klim van de dag blijkt niet de Col de la Grosse Pierre maar wel de Col de la Croix-des-Moinats. Ergens afslag gemist? Geen erg, want alle wegen leiden blijkbaar naar La Bresse. Vóór elf uur was ik al terug thuis, met een gemiddelde van +25,5 km/uur.

Ondanks de regen is het al bij al nog een geslaagde Vogezentrip geweest. Ik ga zeker nog eens terug, wat niet van al mijn reisgezellen kan worden gezegd, maar dan hoop ik echt wel op beter weer.

Geen opmerkingen: