dinsdag, juni 13, 2006

Het is niet al goud dat blinkt!

Vorige zaterdag mijn allereerste cyclo gereden: de Gran Fondo Eddy Merckx.

Zaterdagmorgen om 6u40 stonden mijn metgezellen al voor de deur. Vlug de bagage inladen, de fiets op het fietsenrek en op weg naar Hamoir. De GPS loodste ons langs godvergeten dorpen en verlaten wegen. Ik had nochtans de hele tijd de indruk dat de autosnelweg toch een snellere optie was geweest. Enfin, een uur later waren we ter plaatse. Snel omkleden en op zoek naar de sporthal waar de startnummers werden uitgedeeld.

Omdat het niet echt handig fietsen is met een onze mooie cadeaus (een zadeltasje en een
Continental Grand Prix 4000 buitenband) gingen we vlug terug naar de auto. Daar aangekomen kregen we te horen dat onze wagen moest verplaatst worden, de parking was voorbehouden aan de klanten van de supermarkt. Misschien wel begrijpbaar maar het was ondertussen wel al 8u15, binnen een kwartiertje zou de start worden gegeven. Er was weinig aan te doen, en toen we een nieuw plaatsje hadden gevonden was het dus bijna half negen.

De meute zette zich langzaam in beweging, maar vermits wij ongeveer in laatste positie stonden duurde het even voor we onze schoenen in de pedalen konden klikken. Het was nu zaak om zoveel mogelijk mensen in te halen en aan te sluiten met een snelle groep. Dat inhalen lukte vrij goed, maar dan wel tegen 190 slagen per minuut de
eerste helling op. Een klein kind weet dat zo'n tempo niet vol te houden is en zich later nog wel wreekt. Tot aan de Chambralles bleef ik het tempo strak houden. Maar vermits iedereen daar stevig rijdt was het eerder mijn positie behouden, en niet zozeer opschuiven.

Ik wist via mijn research op het WWW dat we de
Chambralles rechts zouden opdraaien én dat het daar stil zou staan. Ik dus langs de buitenkant van de bocht en onmiddellijk op de triple. Zoals verwacht stond het daar stil en met veel moeite en véél schreeuwen toch zonder afstappen naar boven gepeddeld. Uit mijn research had ik ook geleerd dat die Chambralles "maar" 650 meter lang was. Maar dat viel toch wat tegen, die helling bleef maar duren. Na de Chambralles besloot ik de pees er op te leggen tot 10 km voor de Stockeu, in de hoop nog een snelle groep tegen te komen. Die operatie liep af op een sisser en ik bleef dus alleen rijden. Af en toe kwam er wel een groepje uit de achtergrond waarin ik even kon meedrijven, maar bij een volgende helling moest ik ze weer achter mij laten.

Ondanks de hitte ging het klimmen goed en omdat ik twee liter water op mij rug had (
Camelbak) liet ik de eerste bevoorrading links liggen. Al snel kwamen we in de buurt van de Stockeu. Ook hier was het op tijd terugschakelen en rechts opdraaien. Het was mijn eerste kennismaking met dit beest en ik weet nu al dat het nooit mijn beste vriend zal worden. Het klimmen ging niet meer zo vlot als in het begin, dat had ook te maken met de voetbalmatch van donderdagavond. Na jaren niet mee tegen een bal gestampt te hebben was ik zo dom om twee dagen voor de GF EM nog een matchke te spelen. Zo stijf als een plank en met ongelooflijke spierpijn stond ik vrijdag op. Zaterdagmorgen was dat trouwens niet veel beter.

Na de tweede bevoorrading was het gedaan met de loodzware hellingen, dacht ik. Enkel de Roche-à-Frène zou nog voor problemen kunnen zorgen, dacht ik. In elk geval die Roche-à-Frène was zonder twijfel de meest onderschatte helling. En de zogenaamde makkelijke hellingen erna hebben mij toch ook pijn gedaan. De laatste 30 km was het vet duidelijk van de soep. Op automatische piloot en blik op oneindig reed ik dan maar richting finish. Mijn "rijtijd" bedroeg volgens mijn fietscomputer 6u en 18 minuten. Volgens de organisatie heb ik er een tiental minuten langer over gedaan: 6u28m58s, goed voor zilver.

Het doel "goud halen" werd dus niet bereikt, maar achteraf gezien mag ik toch ook niet ontevreden zijn, en kan ik ook wat verzachtende omstandigheden pleiten:

  • doordat we laat aan de start verschenen zijn we als quasi allerlaatste moeten starten, hierdoor heb ik ook nooit aansluiting gevonden met een snelle groep;
  • de voetbalmatch van donderdag zat duidelijk nog in de benen;
  • mijn voorderailleur had streken waardoor ik tot drie keer ben moeten stoppen om mijn ketting terug op te leggen;

Het was in elk geval een leuke ervaring en volgend jaar ga ik zeker terug, en dan hopelijk wel met benen die goud kunnen halen. Tot dan zullen we ons zilver maar koesteren.

donderdag, juni 08, 2006

De laatste rechte lijn

De "laatste rechte lijn" (voor het eerste grote doel van dit jaar) is ingezet. Overmorgen is het immers de Gran Fondo Eddy Merckx. Een cyclosportieve van 165 km, 3100 hoogtemeters en 17 hellingen. Jammer genoeg is de voorbereiding niet gelopen zoals gepland.

Normaal gezien zou ik vorige zondag Tilff-Bastogne-Tilff rijden. Maar door allerlei redenen is dat er niet van gekomen. Te laat gaan slapen, geen lotgenoten gevonden die wilden meegaan en dat verduiveld koude weer. Zondag is de fiets zelfs helemaal niet buitengekomen, maandag een rustige tochtje met de vriendin door Waals Haspengouw met hier en daar een kleine helling. Dinsdag en gisteren dan met de fiets terug met de het werk, en dat was het voor deze week. De benen voldoende laten rusten om dan zaterdag voor goud te gaan, dat betekent de 165 km afwerken binnen de 6 uur, oftewel gemiddeld meer dan 27,5 km/u rijden. Als je dan het parcours bekijkt zal het toch een zéér nipte onderneming worden. Zeker omdat ik iemand al lang geleden beloofd had om vanavond mee te gaan zaalvoetballen op een nogal speciale locatie. Het is ondertussen al weer een half jaar geleden dat ik nog tegen een bal gestampt heb, en dat ga ik zaterdag zeker nog voelen in de beentjes.

Ondertussen zit de maand mei er ook weer op. En die maand was zéér vruchtbaar op alle gebied. Niet alleen de komst van mijn nieuw fietsje maar ook de verpulvering van mijn afstandsrecord. Dat vorige record dateerde van de maand juli 2005, toen ik 1242 km op één maand had gereden. Nu, in mei, was dat 1710 km. Voor een groot deel te danken aan het woon-werkverkeer, want nooit eerder ging ik 14 dagen op één maand van en naar het werk met de fiets. Wat mij ineens ook een recordbedrag van 159,60 euro aan fietsvergoeding heeft opgeleverd. En dat voor een maand die de klimatologisch geschiedenis zal ingaan als een maand met 20 onweersdagen en 20 neerslagdagen, wat volgens het KMI abnormaal is.

Niet slecht, al zeg ik het zelf!