Vanavond mijn eerste les fietsmecanicien van het nieuwe jaar. Na verschillende lessen over hydraulische remsystemen en verende voorvorken staat er een herhaalles "wielen spaken" op het programma. Tijd om de theorie nog eens te herhalen.
Ervan uitgaand dat je de juiste spaaklengte hebt gekozen aan de hand van de afmetingen van je velg en naaf kan je beginnen met het invlechten van het wiel. Het meest gebruikte patroon is 1 over 3 gekruist, en dat leren we dan ook in de les. Al werken alle spaakpatronen volgens hetzelfde principe, namelijk dat iedere spaak een evenredig deel van de totale belasting op zich moet nemen. Het vlechten zelf gebeurt in 4 ronden. Als je je hoofd er een beetje bij houdt is er niets moeilijk aan.
In de eerste ronde leg je de velg plat op tafel met ventielgat van je weg, aan de overzijde dus. Kijk nu welk gat, links van het ventielgat, wat hoger ligt. Dit is ofwel het gat direct links van het ventielgat, ofwel het volgende gat. Heb je het juiste gat gevonden dan gebruiken we dit voor de eerste spaak. De naaf ligt in het midden van je velg, met de body naar boven. Steek de eerste spaak nu van boven naar beneden in een willekeurig gat van de naafflens en bevestig ze d.m.v. een nippel in het velggat dat je eerder had bepaald. De tweede spaak steek je in de naaf in het tweede gat links van de eerste spaak. Bevestig ze in de velg in het vierde gat links van de eerste spaak. Blijf dit herhalen tot je helemaal rond bent.
De tweede ronde starten we door de velg om te draaien, zodat de lege naaf naar boven ligt. Het ventielgat ligt nog steeds van je weg. De eerste spaak van de eerste ronde ligt nu rechts van het ventielgat. Het velggat waarin de eerste spaak van de tweede ronde moet worden gemonteerd ga je als volgt bepalen. Het moet ten eerste rechts van het ventielgat liggen, en ten tweede zo dicht mogelijk bij het ventielgat. Dit wordt dus het eerste of tweede gat rechts van het ventielgat, afhankelijk van waar de eerste spaak van de eerste ronde werd gemonteerd. In de naafflens nemen we het gat dat net links of net rechts (de gaten staan immers niet loodrecht boven elkaar) boven het gat van de eerste spaak zit. Die spaak steken we ook weer van boven naar onder en monteren we in het juiste gat (zie hierboven). De volgende spaken monteren we zoals in de eerste ronde, dus in de naafflens in het tweede gat links van de vorige spaak en in de velg in het vierde gat links van de vorige spaak.
In de derde ronde draaien we de velg weer om. We nemen het gat links van de allereerste spaak. Dit kan ofwel naast de eerste spaak van de tweede ronde liggen, ofwel naast een leeg gat. Ook dit gat moet wat hoger liggen t.o.v. het ventielgat. Om het juiste gat in de naaf te bepalen steken we een spaak in het juiste gat van de velg Leg de spaak nu over de eerste spaak van de eerste ronde én laat ze nog twee gemonteerde spaken kruisen. Neem nu het gat in naaf volgend op het gat waar de derde gekruiste spaak gemonteerd is. Eens het juiste gat bepaald kan je de spaak monteren, maar steek ze wel van onder naar boven. Vertrekkend vanaf de naaf moeten de eerste twee spaken die je kruist onder deze spaak gemonteerd worden. De derde spaak (de eerste spaak van de eerste ronde) moet dan boven je spaak liggen. De volgend spaken monteer je ook van onder naar boven. In de naaf gebruik je de overblijvende gaten en in de velg monteer je een spaak om de vier gaten. Niet vergeten telkens over twee en onder de derde spaak te kruisen!
Draai het wiel nu om voor de vierde ronde. In de velg kiezen we het overblijvende (het derde of vierde) gat dat rechts van het ventielgat lig. Ook dit gat moet wat hoger liggen dan het ventielgat. In dat gat steken we een spaak en kruisen ze met de eerste spaak van de derde ronde én de twee volgende spaken van dezelfde wielzijde. Neem het naafgat volgend op de derde gekruiste spaak. Monteer volgens hetzelfde principe als de derde ronde. Ook voor de overblijvende gaten is dezelfde methode van toepassing.
Controleer nu of je nergens een foutje hebt gemaakt:
Tenslotte draai je alle nippels zover aan dat er nog ongeveer 1 mm draad overblijft. Hiermee wordt er voor gezorgd dat alle spaken vrijwel dezelfde spanning hebben na het invlechten. Nu kan je beginnen aan het recht en rond maken van je wiel, maar daar kom ik later nog op terug. Eerst nog eens goed opletten in de les vanavond.
PS: Dit is natuurlijk maar één vlechtmethode. Half november waren we met de les te gast bij SAPIM om een te kijken hoe het er in zo'n spakenfabriek aan toe gaat. Achteraf werd er nog een workshop "wielen spaken" gegeven door een mecanieker bij een ProTourploeg. Zijn manier van spaken was helemaal anders, waarbij eerst de ene en pas nadien de andere zijde van het wiel werd gevlochten. Wie zijn methode eens wil bekijken, mail for scan (Mfs).
woensdag, januari 10, 2007
Zelf een wiel spaken: de theorie
Gepost door Martin op 3:19 p.m.
Labels: fietsmechaniek, onderdelen
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
k vat ut niet ;p
Een reactie posten